Voor Michel Groothuizen (D66) is campagne voeren op Belcour is andere koek dan gewoon werk, zeker als het een koude, gure dag is, zoals afgelopen zaterdag. Al die vrijwilligers van D66, maar van andere partijen net zo goed, proberen mensen te laten zien wat de provincie doet en te overtuigen dat stemmen loont. Lang niet iedereen wil een folder aannemen. Maar je spreekt toch veel mensen op zo’n dag. Mensen die toch al van plan waren op D66 te stemmen, maar vaker tref je mensen die boos zijn op de politiek in het algemeen en op het kabinet, en soms ook boos dat D66 een deel van de keuzes van het kabinet steunt. Je hoopt dat het in zo’n gesprek lukt iemand te laten zien dat de keuzes die wij als partij maken, misschien wel pijn doen maar toch goed zijn voor het land. Soms zegt iemand aan het eind van het gesprek ‘Hoe heet je ook alweer, dan ga ik op jou stemmen’. Op dat soort momenten denk je yes, we doen het niet voor niks. We gaan ervoor het verschil te maken.
Michel heeft zich altijd thuis gevoeld in D66, omdat de partij uitgaat van de eigen kracht van mensen, initiatief aanmoedigt en beschikking over het eigen leven zo centraal stelt. Prestaties mogen beloond worden, maar we voelen ons wel verantwoordelijk voor zwakkeren in de samenleving.
D66 heeft oog voor de leefomgeving om ons heen. Ik prijs me gelukkig dat we in Zeist op loopafstand van het bos wonen. Onze provincie is landschappelijk mooi en groen en dat willen we graag zo houden, maar tegelijkertijd moet er ook ruimte zijn voor werk en voor wonen. Daarvoor zorgen is wat ik wil in de provinciale staten.
Tijdens de maandag ochtendspits is Michel Groothuizen campagne aan het voeren op station Driebergen-Zeist.